Objectiviteit is een streven
Objectieve facilitators bestaan niet
Een facilitator begeleidt het proces van een bijeenkomst. Daarbij is het zijn hoofdtaak dat de opdrachtgever en de deelnemers optimaal objectief/feitelijk én subjectief/geopinieerd kunnen participeren: alle feiten en meningen moeten op tafel kunnen komen.
Volgens de facilitatorcompetenties zoals omschreven door de International Association of Facilitators wordt de facilitator geacht objectief te zijn, en met ‘objectief’ bedoelen we hier ‘zonder mening’, ‘zonder sturing van de discussie’. De vraag dringt zich op in hoeverre dat mogelijk is, want de facilitator begeleidt de deelnemers in hoelang iemand mag spreken, wat er genoteerd wordt, de manier waarop de discussie plaatsvindt, enzovoort. Kortom, de facilitator heeft de macht om op elk moment en op elke wijze in de bijeenkomst te interveniëren.
Daarmee is objectiviteit ver te zoeken: in zijn hoofd praat de facilitator mee, hij vertaalt en filtert wat er gezegd wordt naar zijn eigen wereld en kennis, en bepaalt daarmee de interventies gedurende de bijeenkomst. Hij ontkomt er niet aan om subjectief in te grijpen en te bepalen wat de volgende stap is in de bijeenkomst.
Is dit een probleem? Niet zolang er goede afspraken zijn tussen de facilitator en de opdrachtgever. En de facilitator zal er altijd voor zorgen dat zijn invloed op de besluitvorming zo beperkt mogelijk is. Maar volledig objectief zijn, dat is dus onmogelijk.
Deze bijdrage is geschreven door Nel Mostert.