Ieder mens is uniek. In het hele universum is er maar één zoals jij!
Toon mij uw paard en ik zeg u wie u bent!
In het coachgesprek stel ik vaak de vraag: ‘Wie ben jij?’ De coachees noemen dan hun naam, hun beroep, enzovoort. Ik onderbreek ze dan en geef aan dat ze hun naam hebben genoemd en gezegd hebben wat ze doen, maar dat ik dat niet wilde weten. Ik wilde weten wie diegene is. Vaak volgt dan een onbegrijpende blik.
Het is lastig om je identiteit in woorden uit te drukken. Probeer het maar: wat maakt jou uniek, herkenbaar? Je hebt immers miljoenen ikken. Kijk maar goed naar jezelf. Dit is wie ik ben, wie ik voor mijzelf wil zijn. Een uniek, onveranderlijk zijnswezen.
In taalgebruik wordt op identiteitsniveau vaak geblunderd. De manager die uitvalt: ‘Jij bent zo verschrikkelijk dom!’ doet een uitspraak op identiteitsniveau, die veel schade veroorzaakt. De medewerker kan niet anders dan erin berusten; hij is op zijnswezen afgebrand en gaat in de overlevingsstand. Voor altijd afgeschreven.
Als de manager had gezegd: ‘Jij hebt dom gedaan’, dan was de medewerker aangesproken op gedragsniveau, en had hij de keuze om dat gedrag aan te passen.
Daarom is het belangrijk om te beseffen hoe je zaken verwoordt, niet alleen tegenover anderen, maar ook tegenover jezelf. Als je jezelf voortdurend op zijnsniveau op je donder geeft, raak je er nog van overtuigd ook en ga je je ernaar gedragen. Pas je uitspraken aan van identiteitsniveau naar gedragsniveau en andersom. Daarmee geef je ieder mensenkind zijn waarde en omarm je de mens om zijn uniciteit.
Soms verandert een mens op zijnsniveau wel, daarvoor is een verandering op spiritualiteitsniveau nodig.
Deze bijdrage is geschreven door Theo Hoogink.
Lees hier meer over de Logsiche Niveaus.