De pretentie hebben om pretentieloos te zijn, is onmogelijk
Een pretentieloos bestaan, kun je dat willen?
We moeten altijd van alles. Er zijn doelen, dingen die af moeten, plannen die gemaakt moeten worden, targets, winst. Bovendien moeten we gelukkig zijn, vitaal blijven, vriendelijk zijn. En, oh ja: ook gezond blijven, sporten, goed eten. Dan kijk ik naar onze kater Thijs. Die ligt in de winter negentig procent van de tijd te slapen, opgerold in zijn mandje, want hij vindt het veel te koud buiten. De rest van de tijd besteedt hij in de tuin van de buren, waar hij zijn behoefte doet, of zeurt hij om eten.
In de krant las ik onlangs een artikel waarin uitgelegd werd dat katten volledig pretentieloos zijn. Dat moest ik even tot me laten doordringen. Thijs pretentieloos? Heeft hij echt geen doelen? En die acht roodborstjes dan die hij vorige winter wist te vangen? Moeten dat er dit jaar dan niet minstens tien worden? Nee dus.
Ik heb Thijs eindelijk door. Thijs heeft geen doelen. Hij moet he-le-maal niks. Nada. Noppes. Ja, eten en aandacht vragen. Dat is het.
Dus dat kan ook.
Wat kan ik daarvan leren? Mag ik mijzelf toestaan om een uur, of een halve dag, of een dag pretentieloos te leven? Het mandje van Thijs staat op de bank. Het enige wat ik hoef te doen, is naast Thijs op de bank te kruipen en heerlijk pretentieloos te genieten. Of nee, genieten is weer een pretentie.
Goh. Best lastig nog, dat pretentieloos zijn.
Deze bijdrage is geschreven door Nel Mostert.