Specialist in faciliteren

Interventiestijlen onderwerp van een nuttige en interessante bijeenkomst van de CoP Faciliteren

Een mix van projectmanagers, trainers en facilitators kwam op 11 mei bij IPMA certificering voor de 22ste keer bijeen voor een verdiepingsavond in interventiestijlen en dimensies[1].

Voordat we inhoudelijk aan de slag gingen, hebben we me elkaar kennisgemaakt a.d.h.v. de laatste vijf berichten die we via onze telefoon verzonden hebben. Dat gaf ons inzicht in wie we zijn. We zijn namelijk meer dan onze professionele rol. De wijze waarop deze werkvorm gekozen werd, had alles te maken met interventiestijlen en vormde daarmee een mooie overgang naar het inhoudelijke deel van de avond.

Interventiestijlen

Als projectmanager en facilitator is het belangrijk om groepsbijeenkomsten goed te kunnen begeleiden. Wanneer de groep in een bijeenkomst niet goed functioneert, kan je interventies toepassen. Dit zijn technieken die helpen om voorgenomen uitkomsten van de bijeenkomst te bewerkstelligen of om verstorende situaties te verhelpen die de uitkomst van de bijeenkomst in gevaar brengen. Eigenlijk is alles wat een facilitator doet een interventie! Zelfs niets doen.

Gedurende de avond geeft Henri Haarmans ons inzicht in de verschillende stijlen van en de dimensies waarop je interventies kunt toepassen. Ook hebben we gedurende de avond de interventies zelf ervaren en een beetje geoefend om ze gelijk toe te kunnen passen.

Henri gidste ons eerst door de drie interventiestijlen:

  • Autonome interventiestijl
    Hierbij laat de facilitator de keuze voor de structuur en de programmering aan de groep en laat de groep zelf zoveel mogelijk de voorwaarden creëren. De facilitator heeft hiermee geen grip op tijd en het bereiken van resultaat
  • Coöperatieve interventiestijl
    Hierbij doet de facilitator mee met de groep en deelt hij de verantwoordelijkheid voor de structuur en de voorwaarden met de groep. Hiermee kun je van de opdrachtgever de opmerking krijgen dat je onderdeel bent van de groep.
  • Hiërarchisch interventie stijl
    Hierbij stuurt de facilitator nadrukkelijk op structuur en voorwaarden. De facilitator bepaalt en neemt verantwoordelijkheid. De facilitator loopt hiermee het risico dat hij eigenaar wordt van het resultaat van de bijeenkomst en dat de groep zich dus onvoldoende committeert aan het resultaat.

Henri benadrukt dat hij de drie interventiestijlen in een driehoek ziet en niet op een continuüm. Om dat verder te onderzoeken, hebben we een oefening gedaan waarbij tekeningen geïnterpreteerd hebben: waar in de driehoek plaats je de tekening? Dat leverde gesprekken op over de interpretatie van de tekening en de keuze voor de positie. We kregen zo gevoel bij het herkennen van de verschillen interventiestijlen.

We besluiten dit eerste deel door nu zelf in de driehoek plaats te nemen op een positie waarvan je zelf denkt dat die het beste je persoonlijke stijl aangeeft. Door dit onderling toe te lichten en voorbeelden te geven wordt het inzicht nog verder vergroot. Gaandeweg krijgen we ook steeds meer gevoel bij de omstandigheden die een bepaalde stijl verlangen en bij de mogelijkheden om al naar gelang de situatie de eigen stijl aan te passen.

Dimensies

In het tweede deel benadert Henri de verschillende interventiestijlen vanuit het integrale model: IK, WIJ, HET. Elk perspectief in het integrale mode kent twee dimensies waarop je interventies kunt doen:

  • Ik: de beoordelende en de interpretatie dimensie.
  • Wij: de confrontatie en de beleving dimensie.
  • Het: de planning en de structuur dimensie.

Aan het eind van de bijeenkomst wordt door een van de deelnemers een case ingebracht. Deze wordt vanuit verschillende perspectieven en met verschillende modellen benaderd. Het bespreken van deze case was buitengewoon leerzaam.

We sluiten de avond af met een sleutelbosevaluatie: Pak een sleutel van je sleutelbos en welke deur heeft deze sleutel  vanavond voor je geopend?
Een paar opmerkingen:

  • Elke sleutel aan je sleutelbos heb je nodig, net als alle interventiestijlen.
  • Je hebt alle stijlen nodig. Sommige gaan je echter makkelijker af.
  • Elk facet neem ik mee en denk ik over na. Ik heb nieuwe inzichten gekregen. Ik ben vanavond een nieuw huis binnengegaan.

Harry Barendse en Ronald Teeuw

[1] John Heron – The complete Facilitator’s Handbook, 1999