Specialist in faciliteren

Ken je mij?

Doel

Elkaar in tweetallen beter leren kennen.

Bruikbaar bij

Als kennismaking in een een-op-een situatie handiger is dan een groepskennismaking. En waarbij het wenselijk is dat de kennismaking verder gaat dan oppervlakkige zaken.

Aanpak
  • Projecteer het volgende gedicht op het scherm of deel het uit. Ook kun je de uitvoering van Trijntje Oosterhuis afspelen.

Ken je mij?
Wie ken je dan?
Weet jij mij beter dan ik?
(…) Hier is de plek waar ik woon
Een stoel op het water,
Een raam waarlangs het opklarend weer
Of het vallende duister voorbij vaart.

(Huub Oosterhuis geschreven voor de geboorte van zijn dochter Trijntje)

  • Verdeel de speelkaarten. Speler A krijgt de zwarte speelkaarten met de zwarte pen en de zwarte vraagkaart. Speler B de rode speelkaarten met de rode pen en de rode vraagkaart.
  • Speler A gooit met wee dobbelstenen. Het aantal ogen bepaalt het nummer van de vraag die beantwoord moet worden.
    Dus als speler A 7 gooit, beantwoordt hij vraag 7 van zijn vraagkaart. Na beantwoording zet hij een kruisje bij de vraag.
  • Speler B beloont nu met een kaart uit zijn dek het antwoord van speler A:
    een aas (elf punten) voor een indrukwekkend antwoord, een twee voor slap geneuzel of alles daar tussenin.
    Let bij de antwoorden die je hoort op twee dingen: ‘Hoe oprecht en geloofwaardig klinkt het antwoord?’, en ‘Hoe concreet is het antwoord, of was het vaag gezwets’.
  • Nu gooit speler B en beloont speler A hem.
  • Gooit één van de spelers een aantal ogen waarvan de bijbehorende vraag al beantwoord is, dan moet hij de overeenkomstige vraag van de vragenkaart van zijn medespeler beantwoorden.
    Is deze vraag ook al beantwoord dan gaat je beurt voorbij en moet je zwijggeld betalen. Zwijggeld betaal je met een 10, B, V of H. Deze zijn 10 punten waard.
    Voorbeeld: speler A gooit 8. Beide vragen 8 zijn beantwoord. Nu geeft speler A speler B een 10, B, V of H.

Zijn alle vragen beantwoord, dan stopt het spel. Beide spelers tellen de punten van de gewonnen kaarten . Diegenen die het hoogste aantal punten heeft, is winnaar en heeft zichzelf dus het best laten zien.

Variatie

In het PDF-bestand staan drie variaties.

Bron

Gijsbert van Es (NRCNext)

Meer informatie

Wil je meer werkvormen leren en leren ze optimaal in te zetten? Dan is de training ‘Wijs met Werkvormen’ echt iets voor jou.

Naar de training

Download deze werkvorm