Specialist in faciliteren

Het Metamodel

Achtergrond

Als we via onze vijf zintuigen de werkelijkheid waarnemen, spelen drie processen (on)bewust een rol:

  • Weglatingen
    We laten waarnemingen weg.
    Dat is maar goed ook, want als we alles zouden vertellen wat via onze vijf zintuigen binnenkomt dan krijgen we ellelange verhalen. Probeer maar eens de eerste vijf minuten nadat je wakker bent geworden te beschrijven in wat je gehoord, gezien, geroken, geproefd en gevoeld hebt.
  • Generalisaties
    We vegen waarnemingen op een hoop. Een waarneming uit het verleden laten we ook gelden voor de nieuwe waarneming.
    Als we donkere wolken zien hangen, dan verbinden we die gelijk met de vorige keren dat we dat gezien hebben en dat er na 5 een stortbui valt. Maar we vergeten dat bij een andere keer dat we zo’n wolk er geen regen gevallen is.
  • Vervormingen
    We fantaseren. M.a.w. we voegen informatie toe.
    Wat de een rood noemt zal een ander misschien roze of zelfs oranje noemen.

De drie processen vervormen hierdoor onze perceptie van de werkelijkheid en vergelijken die met wat we al weten of denken te weten. Zo maken we ons eigen beeld van de wereld.

Als we vervolgens met elkaar in gesprek gaan, spelen deze processen, zowel bij de zender als bij de ontvanger, wederom een belangrijke rol.

Richard Bandler en John Grinder hebben bovenstaande processen beschreven in hun onderzoeksbevindingen ‘The structure of Magic’ (1975).

Het metamodel

Om het wereldbeeld van de zender van de informatie te achterhalen ontwikkelden Bandler en Grinder het metamodel. Het is een set van 11 vragen waarmee je de weglatingen, generalisaties en vervormingen van je gesprekspartner kunt aanvullen. Door deze vragen vriendelijk te stellen, terwijl je rapport hebt, zul je ontdekken dat je meer informatie van je gesprekpartner krijgt. En beter gaat begrijpen wat de zender bedoelt. Het zijn hierdoor hele handige vragen om te gebruiken tijdens het intakegesprek. Maar ook tijdens gesprekken die plaatsvinden in workshops die je faciliteert.

Metamodel overtredingen Uitspraak Vraag
1. Moeten Ik moet hard werken. Wat gebeurt er als je niet hard werkt?
2. Niet kunnen Ik kan niet werken. Wat houdt je tegen om te werken?
3. Vaag zelfstandig naamwoord Ik heb een dinges. Wat is een dinges met name?
4. Vaag werkwoord De planten staan te vertreuren. Hoe vertreuren de planten precies?
5. Halve vergelijking Dat is te duur. In vergelijking waarmee?
6. Weglating Ik ben bezorgd. Waarover? Over wie?
7. Nominalisatie De beslissing is gevallen. Hoe hebben jullie dat besloten?
8. Alles of niets Iedereen vindt dat. Is er dan niemand waar dan ook die dit niet vindt?
9. Oorzaak-gevolg Haar gezeur maakt me radeloos. Hoe precies maakt haar gezeur je radeloos?
10. Gedachtelezen Zij vindt me aardig. Hoe weet je dat zij jou aardig vindt?
11. Eeuwige waarheid Verkeersdrempels zijn ondingen. Wie vindt verkeersdrempels ondingen?

 

Meer leren en oefenen

Samen met de Logische Niveaus vormt het Metamodel een heel handig hulpmiddel om de vraag achter de vraag van de opdrachtgever te achterhalen en daardoor een beter ontwerp voor je bijeenkomst te maken. In de training ‘De Magie van Effectieve Vragen Stellen‘ trainen we je in deze modellen.