Tell a story! – Vertellen als werkvorm

Gebruik jij wel eens verhalen in jouw sessies? Sta je dan zelf lekker ontspannen te vertellen, of sta je daar eigenlijk veel te gespannen en heb je het gevoel dat je elk moment je tekst kwijt kunt raken? En welke verhalen gebruik je eigenlijk? Weer die bekende anekdote of dat Zen-verhaal? Liever niet, maar waar vind je dan een ander verhaal…

Storytelling, verhalen vertellen in goed Nederlands, is een techniek die elke facilitator eigenlijk in zijn of haar gereedschapskist zou moeten hebben. De kennis om een verhalende metafoor vol overtuiging in zetten, ontspannen een anekdote vertellen om de sfeer in de groep te sturen en jezelf met de groep te verbinden, de deelnemers de ruimte geven om daarna hun eigen verhalen te vertellen om daar vervolgens op door te kunnen bouwen. Verhalen, zeker als je ze verrassend durft te kiezen, hebben iets ‘speels’, waardoor ze een goede manier zijn om lucht en daarmee veiligheid te creëren in sessies.

Het succes begint met het verhaal dat je zelf vertelt. Des te sterker je dat kunt vertellen, des te beter vloeit de oefening die er aan verbonden is. Als jij er in gelooft en je programma er goed op afstemt werkt elk verhaal – zelfs Roodkapje.  Alleen… hoe doe je dat nu eigenlijk? Want écht goed verhalen vertellen, dat is een kunst op zich.

In deze training neemt professioneel verhalenverteller Janneke Tanja je om te beginnen mee in de techniek die schuil gaat achter die kunst. Hoe bouw je een verhaal op? Hoe maak je contact met de groep, en neem je ze mee in wat jij wilt vertellen – of dat nu een sprookje is of een zakelijke metafoor. Wat kan er zoal met stem, houding, adem en ritme?

Als je dat weet, is de volgende vraag natuurlijk wat je daar als facilitator zoal mee kan. Welke verhalen gebruik je? En hoe zet je een verhaal in als werkvorm? In blok 2 krijg je een aantal voorbeelden, en gaan we samen op zoek naar wat er nog meer zou kunnen. Waar vind je verhalen, welke verhalen passen er bij jou, en wat voor werkvormen zou je daar op kunnen baseren.

Verhalen vertellen leer je alleen door het te dóen. Dus in blok 3 sta je zelf voor de groep: je vertelt een verhaal en begeleidt een korte werkvorm gebaseerd op dat verhaal.

Aan het eind van de training:

• heb je de basis van verhalen vertellen onder de knie, en heb je zelf minimaal 2 verhalen verteld.
• heb je daardoor en passant ook je algehele presentatietechniek een stuk opgevijzeld.
• heb je inzicht in waar je verhalen kunt vinden, en in hoe je ze zelf zou kunnen maken.
• heb je 5 verschillende werkvormen bij 5 verschillende verhalen gehoord en meegemaakt, die je zelf ook in je sessies kunt gebruiken.

Wat doen we tijdens de training
Verhalen vertellen en faciliteren zijn beide dingen die je leert door het te dóen. Je krijgt een stuk theorie mee, maar er wordt vooral veel verteld en geoefend. Al doende werken we aan:

• structuur geven aan je verhaal.
• levendig vertellen, met je hele lijf, met pakkende beschrijvingen en metaforen, in contact met de groep waar je voor staat.
• loskomen van papier en sheets.
• een verhaal naar je hand zetten, zodat het jouw verhaal wordt en daardoor meer impact heeft.
• verhalen zoeken bij specifieke vragen.
• een verhaal gebruiken als basis voor een oefening.