Ja, we hebben vijf dingen
Doel
Het doel van deze werkvorm is drieledig: energie opwekken na een break, associatievermogen stimuleren, groepsvorming.
Bruikbaar bij
Deze hangen vast aan het doel.
Aanpak
- Ga in en cirkel staan.
- Je doet als facilitator zelf mee en start de oefening.
- Tijdens de oefening klappen alle deelnemers continu met hun handen op hun bovenbenen. Eerst rechts, dan links.
Geef aan dat het een redelijk tempo moet zijn. Te hoog wordt te vermoeiend en te laag heeft geen effect. Geef zelf het goede voorbeeld. - De op dracht voor de deelnemers is de vraag van hun rechter buurman zo snel mogelijk, zonder nadenken, te beantwoorden.
- De vraag luidt: noem vijf dingen die ……
- Op de puntjes kan bijvoorbeeld staan:
Je wilt eten bij je ontbijt.
Je niet tegen wil komen op vakantie
Etc.
- De facilitator begint met een vraag te stellen aan zijn linker buurman/vrouw: B.
- Na het eerste antwoord van de buurman roept de hele groep luid: één.
- Na het tweede: twee. Etc.
- Na het vijfde antwoord roept de hele groep: Ja, we hebben vijf dingen. Bij elk woord steken ze om en om hun rechter en linker arm met een gebalde vuist deels gestrekt op.
- Vervolgens stelt B een andere vraag aan zijn of haar linker buurman: C.
- De facilitator beantwoord zelf de laatste vraag.
Tip
Zorg dat iedereen actief meedoet.
Bron
Theatersport
Meer informatie
Wil je meer werkvormen leren en leren ze optimaal in te zetten? Dan is de training ‘Wijs met Werkvormen’ echt iets voor jou.